Met Music-Alters blijf je voortaan op de hoogte van de laatste album releases van jouw favoriete zangers en / of bands. Geef via deze site hun namen op en creëer op een zeer eenvoudige wijze je eigen muzikale RSS feed. Zodra de cd te koop is
op Amazon verschijnt die in je RSS Feed. Dit is de mijne.
5e krabbel
Er worden steeds meer zoekmachines gelanceerd waarmee je een beeld kan krijgen van iemands profiel op basis van zijn of haar sociale activiteiten. Een Nederlands voorbeeld is WieoWie.nl. Wieowie.nl zoekt naar je persoonlijke gegevens in Hyves, LinkedIn, Schoolbank, Google en YouTube.
Maar wie o wie is eigenlijk blij met een dergelijk initiatief? Wieowie.nl zelf geeft aan dat vanuit werving en selectiebureaus daar behoefte aan is. Maar ben jij daar zelf blij mee als je je hebt aangemeld bij een aantal social network sites? Ik niet.
Omdat ik geïnteresseerd ben in muziek, ben ik bijvoorbeeld op Last.fm te vinden. Doordat ik blog staan mijn gegevens ook op MyBlogLog. En op LinkedIn, Schoolbank, etc. Ik vind het prima dat mijn profiel te zien is op zo'n social network site. Voor mij hoeven alleen niet al deze profielen te worden samengesmeed tot een 'persoonlijk dossier'.
Wat valt hieraan te doen? Zoals je misschien weet, kan je normaal in de broncode van een site op een vrij eenvoudige wijze aangeven of je wilt dat de spider van een zoekmachine geen enkele pagina indexeert, alleen de eerste pagina of de gehele site. Dit doe je achtereenvolgens door meta name="robots" content="no-index, no-follow", meta name="robots" content="index, no-follow" of meta name="robots" content="index, follow" in de broncode te vermelden.
Het is goed dat je op de meeste social network sites aan kan aangeven of je profiel openbaar is en voor wie. Daarnaast wordt het ook tijd dat je kan instellen of deze persoonlijke gegevens mogen worden overgenomen door andere sites. Dus voor al mijn sociale online activiteiten geldt:
Maar wie o wie is eigenlijk blij met een dergelijk initiatief? Wieowie.nl zelf geeft aan dat vanuit werving en selectiebureaus daar behoefte aan is. Maar ben jij daar zelf blij mee als je je hebt aangemeld bij een aantal social network sites? Ik niet.
Omdat ik geïnteresseerd ben in muziek, ben ik bijvoorbeeld op Last.fm te vinden. Doordat ik blog staan mijn gegevens ook op MyBlogLog. En op LinkedIn, Schoolbank, etc. Ik vind het prima dat mijn profiel te zien is op zo'n social network site. Voor mij hoeven alleen niet al deze profielen te worden samengesmeed tot een 'persoonlijk dossier'.
Wat valt hieraan te doen? Zoals je misschien weet, kan je normaal in de broncode van een site op een vrij eenvoudige wijze aangeven of je wilt dat de spider van een zoekmachine geen enkele pagina indexeert, alleen de eerste pagina of de gehele site. Dit doe je achtereenvolgens door meta name="robots" content="no-index, no-follow", meta name="robots" content="index, no-follow" of meta name="robots" content="index, follow" in de broncode te vermelden.
Het is goed dat je op de meeste social network sites aan kan aangeven of je profiel openbaar is en voor wie. Daarnaast wordt het ook tijd dat je kan instellen of deze persoonlijke gegevens mogen worden overgenomen door andere sites. Dus voor al mijn sociale online activiteiten geldt:
SearchMash nu ook in Flash variant
Ga vandaag eens niet googlen maar searchmashen. Ontdek het internet op een nieuwe manier. Met SearchMash dus.
SearchMash (van Google Inc.) brengt op een fraaie wijze het zoekresultaat in beeld en rangschikt dit naar:
- webpagina's;
- afbeeldingen;
- blogs;
- videos;
- Wikipedia.
Deze - non-branded - zoekmachine is eind 2006 gelanceerd als testomgeving voor verschillende user interfaces. Naar verwachting gaan we op basis van de uiteindelijk beste interface ooit googlen. Sinds deze week is Search Mash ook in een Flash variant te bewonderen.
Zie.nl zo kan het ook!
Ik heb het wel een beetje gehad met alles waar social voor staat. Social web, social networking, social news... Het klinkt soms allemaal zo soft.
Neem NUjij bijvoorbeeld. Daar mag jij de redactie vormen met anderen waarvan het leeuwendeel jouw interesses niet of nauwelijks deelt. Er is geen bindende factor / geen gemeenschappelijk belang aanwezig! Verder is er niemand die zich bekommert om de interesses van de lezer van zo'n social news site*. En vergis ik me overigens wanneer ik concludeer dat vele redactieleden na verloop van tijd afhaken?
Ook voor het sociale aspect van Web 2.0 geldt te allen tijde: "what's in it for me?". Elk initiatief op dit gebied heeft pas zin wanneer:
1. er een duidelijk /afgebakend interessegebied aan ten grondslag ligt;
Ik weet, onze taal kent een beperkt lezerspubliek. Voor vele Nederlandstalige Web 2.0 sites is dat de reden om te kiezen voor een zo breed mogelijke redactionele formule. Hierdoor ontstaan er vele sites die technisch goed in elkaar mogen zitten, maar communicatief nauwelijks onderscheidend zijn. Laat staan dat er een interessant commercieel succes mogelijk is.
2. er een op de lezergerichte service worden aangeboden.
Bij heel wat Web 2.0 applicaties staat het genereren van content centraal, zonder dat er wordt gekeken hoe deze informatie wordt aangeboden aan de lezer*. En ook op internet draait het toch om gezien en gelezen worden?
zie.nl
Uiteraard zijn er nog genoeg initiatieven die zich verder perfectioneren of die gewoon een goed uitgangspunt hebben. Blueace laat je alvast een kijkje nemen op zie.nl, een interactieve TV- en webvideogids. Dit initiatief van KPN en DAG is eveneens een sociaal netwerk waar je een profiel kan aanmaken, gebaseerd op jouw kijkvoorkeuren.
Kijk, dat klinkt interessant. Aan zie.nl ligt een duidelijke redactionele formule ten grondslag. Is door deze keuze ook verzekerd van een constante aanvoer van content (nieuwe tv-programma's, online video, etc.). Die informatie kan op verschillende manieren worden bekeken:
- Wie kijkt wat (Nederland - Bekend Nederland);
- Wat is er nu, vanavond en morgen op tv;
- Selectie op basis van thema's (humor, sport, muziek, etc.).
Er is één ding wat ik niet snap. Zoals gezegd is zie.nl een interactieve kijkgids voor tv-programma's én online videostreams als YouTube en Google Video. De opzet die nu gekozen is zou ik persoonlijk aanbieden via tv (Digitenne). Op Internet zou ik meer de nadruk leggen op online videostreams. Maar ja, zo is er altijd wel wat. Ga voetbal kijken!
*
Jason Calacanis stelt dat 80% van de mensen alleen informatie consumeert en niet actief deelneemt, 19% neemt deel door te stemmen en commentariëren en 1% neem echt actief deel door onze informatie toe te voegen (80-19-1 regel).
Neem NUjij bijvoorbeeld. Daar mag jij de redactie vormen met anderen waarvan het leeuwendeel jouw interesses niet of nauwelijks deelt. Er is geen bindende factor / geen gemeenschappelijk belang aanwezig! Verder is er niemand die zich bekommert om de interesses van de lezer van zo'n social news site*. En vergis ik me overigens wanneer ik concludeer dat vele redactieleden na verloop van tijd afhaken?
Ook voor het sociale aspect van Web 2.0 geldt te allen tijde: "what's in it for me?". Elk initiatief op dit gebied heeft pas zin wanneer:
1. er een duidelijk /afgebakend interessegebied aan ten grondslag ligt;
Ik weet, onze taal kent een beperkt lezerspubliek. Voor vele Nederlandstalige Web 2.0 sites is dat de reden om te kiezen voor een zo breed mogelijke redactionele formule. Hierdoor ontstaan er vele sites die technisch goed in elkaar mogen zitten, maar communicatief nauwelijks onderscheidend zijn. Laat staan dat er een interessant commercieel succes mogelijk is.
2. er een op de lezergerichte service worden aangeboden.
Bij heel wat Web 2.0 applicaties staat het genereren van content centraal, zonder dat er wordt gekeken hoe deze informatie wordt aangeboden aan de lezer*. En ook op internet draait het toch om gezien en gelezen worden?
zie.nl
Uiteraard zijn er nog genoeg initiatieven die zich verder perfectioneren of die gewoon een goed uitgangspunt hebben. Blueace laat je alvast een kijkje nemen op zie.nl, een interactieve TV- en webvideogids. Dit initiatief van KPN en DAG is eveneens een sociaal netwerk waar je een profiel kan aanmaken, gebaseerd op jouw kijkvoorkeuren.
Kijk, dat klinkt interessant. Aan zie.nl ligt een duidelijke redactionele formule ten grondslag. Is door deze keuze ook verzekerd van een constante aanvoer van content (nieuwe tv-programma's, online video, etc.). Die informatie kan op verschillende manieren worden bekeken:
- Wie kijkt wat (Nederland - Bekend Nederland);
- Wat is er nu, vanavond en morgen op tv;
- Selectie op basis van thema's (humor, sport, muziek, etc.).
Er is één ding wat ik niet snap. Zoals gezegd is zie.nl een interactieve kijkgids voor tv-programma's én online videostreams als YouTube en Google Video. De opzet die nu gekozen is zou ik persoonlijk aanbieden via tv (Digitenne). Op Internet zou ik meer de nadruk leggen op online videostreams. Maar ja, zo is er altijd wel wat. Ga voetbal kijken!
*
Jason Calacanis stelt dat 80% van de mensen alleen informatie consumeert en niet actief deelneemt, 19% neemt deel door te stemmen en commentariëren en 1% neem echt actief deel door onze informatie toe te voegen (80-19-1 regel).
Er is niets verkeerds aan Jumpchart. Maar is het ook functioneel?
Wanneer het voorstel is goedgekeurd, de opdracht gegeven kan er worden gestart met de ontwikkeling van de site. Die verloopt op papier zo:
1e fase: invulling informatiearchitectuur
Tijdens deze fase worden onder andere de volgende gegevens vastgelegd:
- de doelstellingen en de doelgroepen;
- de informatie die online moet worden geplaatst;
- de relatie tussen het informatieaanbod en de doelgroepen;
- de te realiseren functionaliteiten;
- de wijze van onderhoud / redactie;
- de technische voorwaarden.
2e fase: ontwikkeling functioneel, grafisch en technisch ontwerp
Bepaald wordt:
- de navigatieinterface (functioneel ontwerp);
- de vormgeving (grafisch ontwerp);
- de indeling op de webserver (technisch ontwerp).
3e fase: implementatie en bouwen
Deze 3e fase is onder te verdelen in:
- de ontwikkeling van de template / de lay-out;
- de installatie van het contentmanagementsysteem / het op maat maken van aanvullende modules;
- het plaatsen van de inhoud.
4e fase: testen en oplevering
In de praktijk verloopt alles niet zo zwartwit en overlappen de fasen elkaar gedeeltelijk. Een simpel voorbeeld: niet alle categorieën hebben een introductietekst en bij de aanlevering van de tekst blijkt de opbouw van een pagina toch anders te zijn dan verwacht. Dit alles kan weer gevolgen hebben voor de navigatie op de site.
Jumpchart, een webapplicatie die sinds afgelopen donderdag beta af is, biedt uitkomst. Geen statistische flowcharts of mockups meer. Aan de hand van de indeling van je toekomstige website biedt Jumpchart je op interactieve wijze inzicht in welke teksten gereed zijn en of de wijze van navigatie nog klopt.
Jumpchart helpt met andere woorden bij het bepalen van je functioneel ontwerp (fase 2.) en het plaatsen van de inhoud (fase 3). Dit alles gebeurt op een fraaie, overzichtelijke wijze. Maar is het wel functioneel? Ik betwijfel het. Mijn (uiteindelijke) contentmanagementsysteem kan op deze manier ook worden gebruikt. Dus waarom zou ik hiervoor een ander systeem gebruiken? Er is werkelijk niets verkeerds aan Jumpchart. Maar of het ook een praktische waarde heeft, ik betwijfel het.
1e fase: invulling informatiearchitectuur
Tijdens deze fase worden onder andere de volgende gegevens vastgelegd:
- de doelstellingen en de doelgroepen;
- de informatie die online moet worden geplaatst;
- de relatie tussen het informatieaanbod en de doelgroepen;
- de te realiseren functionaliteiten;
- de wijze van onderhoud / redactie;
- de technische voorwaarden.
2e fase: ontwikkeling functioneel, grafisch en technisch ontwerp
Bepaald wordt:
- de navigatieinterface (functioneel ontwerp);
- de vormgeving (grafisch ontwerp);
- de indeling op de webserver (technisch ontwerp).
3e fase: implementatie en bouwen
Deze 3e fase is onder te verdelen in:
- de ontwikkeling van de template / de lay-out;
- de installatie van het contentmanagementsysteem / het op maat maken van aanvullende modules;
- het plaatsen van de inhoud.
4e fase: testen en oplevering
In de praktijk verloopt alles niet zo zwartwit en overlappen de fasen elkaar gedeeltelijk. Een simpel voorbeeld: niet alle categorieën hebben een introductietekst en bij de aanlevering van de tekst blijkt de opbouw van een pagina toch anders te zijn dan verwacht. Dit alles kan weer gevolgen hebben voor de navigatie op de site.
Jumpchart, een webapplicatie die sinds afgelopen donderdag beta af is, biedt uitkomst. Geen statistische flowcharts of mockups meer. Aan de hand van de indeling van je toekomstige website biedt Jumpchart je op interactieve wijze inzicht in welke teksten gereed zijn en of de wijze van navigatie nog klopt.
Jumpchart helpt met andere woorden bij het bepalen van je functioneel ontwerp (fase 2.) en het plaatsen van de inhoud (fase 3). Dit alles gebeurt op een fraaie, overzichtelijke wijze. Maar is het wel functioneel? Ik betwijfel het. Mijn (uiteindelijke) contentmanagementsysteem kan op deze manier ook worden gebruikt. Dus waarom zou ik hiervoor een ander systeem gebruiken? Er is werkelijk niets verkeerds aan Jumpchart. Maar of het ook een praktische waarde heeft, ik betwijfel het.